Naam resultaat | Status 1e VGR | Status 2e VGR | |
---|---|---|---|
6.1.1 Bestendigen en versterken samenwerking armoedeplatform | 2022-2026 | ||
6.1.2 Wij synchroniseren waar mogelijk de inkomensgrenzen van minimaregelingen | 2022-2024 | ||
6.1.3 Wij breiden de aanpak vroegsignalering schulden uit en zetten in op doorontwikkeling hiervan | 2022-2024 | ||
6.2.2 Wij bieden een herkenbare toegang tot het sociaal domein | 2023-2025 | ||
6.2.3 Wij verbeteren de afspraken en sturen op het aantal contracten met (regionale) aanbieders van jeugdzorg en wmo | 2022-2026 | ||
6.2.4 Wij werken efficiënt en eenvoudig in het sociaal domein | 2022-2026 | ||
6.2.5 Wij stellen een verbeterplan doelgroepenvervoer op | 2023-2025 | ||
6.2.6 Wij volgen de landelijke (financiële) ontwikkelingen rondom jeugdzorg | 2022-2026 | ||
6.3.1 Wij onderzoeken een manier van waardering voor mantelzorgers | 2022-2024 | ||
6.4.1 Wij willen een passende uitvoering van de Participatiewet | 2022-2025 | ||
6.4.2 Wij heroverwegen de bezuinigingen in het maatschappelijke veld | 2023-2024 | ||
6.4.3 Wij experimenteren met de regels voor werkzoekenden voor het verkrijgen van een baan en de regels voor vrijwilligerswerk | 2022-2024 | ||
6.1 Verruimen van de inkomensondersteuning voor meer bestaanszekerheid van inwoners |
---|
6.1.1 Bestendigen en versterken samenwerking armoedeplatform | 2022-2026 | ||
We evalueren de aanpak van de bestrijding van armoede zoals beschreven in de beleidsnotitie armoede en schulden voor de periode 2019-2022. Ook laten we een minima-effectrapportage door het NIBUD uitvoeren, waarbij de financiële gevolgen van het synchroniseren van de inkomensgrens voor inwoners inzichtelijk wordt. Tevens zullen we het NIBUD vragen om inzichtelijk te maken voor welke huishoudtypen er mogelijk sprake is van een armoedeval. Daarnaast kijken we naar wat het verhogen van de inkomensgrens voor de inwoner aan welzijn en preventie oplevert. De uitkomsten van het NIBUD-onderzoek en van de beleidsevaluatie bespreken we met het armoedeplatform. De uitkomsten verwerken we in een nieuwe Beleidsnota armoede en schulden. Samenwerking met het armoedeplatform bestendigen en versterken we. | |||
Status | Status | ||
Stand van zaken | Volgens plan | Volgens plan | |
Er is een NIBUD effectrapportage opgesteld waaruit blijkt wat het effect is van onze minimaregelingen. Met de bevindingen uit het rapport evalueren we de aanpak van de bestrijding van armoede zoals beschreven in de beleidsnotitie armoede en schulden over de periode 2019-2022. De uitkomsten worden op dit moment verwerkt in het nieuwe uitvoeringsplan Armoede en Schulden voor de periode 2024-2028. |
6.1.2 Wij synchroniseren waar mogelijk de inkomensgrenzen van minimaregelingen | 2022-2024 | ||
De ambitie is om dezelfde inkomensgrens te gebruiken voor alle regelingen. Zo is het voor inwoners eenvoudiger te bepalen wanneer zij op welke hulp kunnen rekenen. De inkomensgrenzen voor de minimaregelingen zijn, op de individuele inkomenstoeslag (110%) en de collectieve zorgverzekering (140%, derde pakket) na, allemaal gesteld op 120%. We onderzoeken verdere synchronisatie van de inkomensgrenzen. | |||
Status | Status | ||
Stand van zaken | Volgens plan | Volgens plan | |
Het college is momenteel gestart met het onderzoeken van de mogelijkheden om de inkomensgrenzen voor minimaregelingen te harmoniseren. Dit onderzoek heeft als doel om te bepalen of een uniforme inkomensgrens haalbaar en wenselijk is, met als uiteindelijk doel om de toegankelijkheid en duidelijkheid voor onze inwoners te vergroten. Daarnaast heeft het college de resultaten van de minimaeffectrapportage ontvangen, die door het Nibud is uitgevoerd. Deze rapportage biedt waardevolle inzichten in de effecten van het huidige minimabeleid op de doelgroep. |
6.1.3 Wij breiden de aanpak vroegsignalering schulden uit en zetten in op doorontwikkeling hiervan | 2022-2024 | ||
We willen nog meer inzetten op het in een vroeg stadium helpen van inwoners die financiële problemen ondervinden. Hiervoor richten wij ons op het doorontwikkelen en uitbreiden van de aanpak vroegsignalering schulden in de uitvoering door onze schuldhulpverleningsconsulenten. Nadere doelstellingen ten behoeve van vroegsignalering schulden werken we in de komende Beleidsnotitie armoede en schulden voor 2023 en verder uit. | |||
Status | Status | ||
Stand van zaken | Volgens plan | Volgens plan | |
Nadere doelstellingen ten behoeve van vroegsignalering schulden worden op dit moment uitgewerkt in het uitvoeringsplan Armoede en Schulden. Parallel daaraan wordt nu al ingezet om de genoemde nadere doelstellingen in het uitvoeringsplan waar te maken. Dit werpt nu al zijn vruchten af. We ontvangen meer meldingen van inwoners met schulden (mensen die zichzelf melden) en voor wat betreft het oppakken van de signalen van betalingsachterstanden van onze inwoners zijn we meer aan het inzetten op kortdurende interventies en snellere doorverwijzingen. Dit om meer inwoners te kunnen helpen. Ook lopen er pilots met een belteam en met budgetbeheer, dit om onze inwoners sneller financiële rust te bieden. |
6.2 Ondersteunen van inwoners door passende jeugd- en maatschappelijke zorg, hulp en ondersteuning aan te bieden |
---|
6.2.2 Wij bieden een herkenbare toegang tot het sociaal domein | 2023-2025 | ||
De toegang tot het sociaal domein moet zowel fysiek, telefonisch als elektronisch te benaderen zijn. De inwoner met een ondersteuningsvraag kan rekenen op goede informatie en advies, kortdurende ondersteuning, verwerking van een hulpvraag, een beschikking en/of een doorverwijzing naar een ander loket, zoals het Centrum voor Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor ondersteuning vanuit de Wet Langdurige Zorg of zorg op basis van de Zorgverzekeringswet (ZVW). | |||
Status | Status | ||
Stand van zaken | Volgens plan | Volgens plan | |
Wij bieden een herkenbare toegang tot het sociaal domein. Het Klant Contact Centrum (KCC) is het eerste aanspreekpunt. Zij verbinden door naar het juiste team binnen het sociaal domein. Er is een aanmeldteam Jeugd en een spoedlijn voor professionals naar de jeugdconsulenten. De nieuwe visie sociaal domein 2024-2040 zal in sterke mate bijdragen aan de integrale blik. |
6.2.3 Wij verbeteren de afspraken en sturen op het aantal contracten met (regionale) aanbieders van jeugdzorg en wmo | 2022-2026 | ||
De kwaliteit van de zorg aan onze jeugdigen monitoren we continu door middel van cliëntervaringsonderzoeken, accountgesprekken en controle op doelmatigheid, rechtmatigheid en kwaliteit. In de aanbestedingstrajecten hebben wij altijd aandacht voor de kwaliteit van de zorg. Voor wat betreft contracten met jeugdhulpaanbieders en Wmo-zorgaanbieders sluiten we aan bij de regionaal aangestuurde inkooptrajecten van de MGR Sociaal Domein Centraal Gelderland. Bij iedere inkoopronde sturen wij op het afsluiten van langer lopende contracten en het verminderen van het aantal aanbieders. | |||
Status | Status | ||
Stand van zaken | Volgens plan | Volgens plan | |
De verlenging en/of nieuwe inkoop van contracten is een doorlopend proces. We kijken kritisch naar bestaande afspraken en convenanten en sturen op kwaliteit. Zevenaar heeft een actieve rol in de regionale werkgroepen. |
6.2.4 Wij werken efficiënt en eenvoudig in het sociaal domein | 2022-2026 | ||
Binnen het sociaal domein willen we werken vanuit vertrouwen met minder regeldruk en betere efficiëntie. We hebben de ambitie om een betere balans tussen uitgaven en daadwerkelijke zorg te realiseren en minder geld te besteden aan administratieve taken. Met eenvoudig werken willen we geld besparen, aangezien onnodige regels en processen geld kosten. Door te vertrouwen op onze professionals binnen het sociaal domein is er minder verantwoording en administratie nodig. | |||
Status | Status | ||
Stand van zaken | Volgens plan | Volgens plan | |
We volgen de regionale en landelijke ontwikkelingen (hervormingsagenda en toekomstscenario) waarbij minder regeldruk, een eenduidige werkwijze en betere monitoring hoog op de agenda staan. We volgen en anticiperen op deze ontwikkelingen. We toetsen de werkprocessen binnen jeugd intern op efficiëntie en noodzaak en op de regionale herstructurering die eraan komt. |
6.2.5 Wij stellen een verbeterplan doelgroepenvervoer op | 2023-2025 | ||
Ons doelgroepenvervoer willen we verbeteren. Dit betreft niet zozeer de huidige functie, het wagenpark of de dienstverlening van de BVO-DRAN, maar onze werkwijze en instroombeheersing. We stellen een verbeterplan op en werken in de periode 2023-2025 onder meer aan alternatieven om de instroom te beperken of om te buigen door inzet van voorliggende voorzieningen. | |||
Status | Status | ||
Stand van zaken | Volgens plan | Volgens plan | |
Het verbeterplan is door u vastgesteld. De meewerkende projectleider is samen met het projectteam de verbeteringen aan het realiseren. De werving voor een vervoersconsulent loopt. |
6.2.6 Wij volgen de landelijke (financiële) ontwikkelingen rondom jeugdzorg | 2022-2026 | ||
Sinds de invoering van de Jeugdwet (2015) is jeugdzorg voortdurend in ontwikkeling. Wij nemen actief deel aan relevante regionale overleggen (via de MGR Sociaal Domein Centraal Gelderland) en blijven op de hoogte van de ontwikkelingen en oefenen waar mogelijk invloed uit. | |||
Status | Status | ||
Stand van zaken | Volgens plan | Volgens plan | |
Zevenaar heeft een actieve rol in de regio en is nauw betrokken bij de ontwikkelingen rondom de Hervormingsagenda en het Toekomstscenario Kind en Gezinsbescherming, zowel op beleids- als bestuurlijk niveau. De zeven Gelderse jeugdhulpregio’s (G7) werken samen om de beschikbaarheid en bereikbaarheid van hoogspecialistische jeugdhulp (‘essentiele functies’) te verbeteren. Samen als jeugdhulpregio’s, maar ook samen met zorgaanbieders, ervaringsdeskundigen, onderwijs en verwijzers. De deskundigencommissie voor de Hervormingsagenda bekijkt hoe het gaan met de uitvoering van de Hervormingsagenda en of dit op de lange termijn het gewenste effect heeft op de uitgaven. |
6.3 Stimuleren en waarderen van de zorg van inwoners voor chronisch zieke, gehandicapte of hulpbehoevende partner, familielid of vriend |
---|
6.3.1 Wij onderzoeken een manier van waardering voor mantelzorgers | 2022-2024 | ||
De inzet van mantelzorgers is van groot belang en van onschatbare waarde, ook om te voldoen in de groeiende zorgvraag. We onderzoeken hoe mantelzorgers een waardering gegeven kan worden, aanvullend op de bestaande mantelzorgondersteuning. | |||
Status | Status | ||
Stand van zaken | Volgens plan | Volgens plan | |
In mei heeft de raad besloten om aan Caleidoz opdrachten te verstrekken voor mantelzorgwaardering in de jaren 2024, 2025 en 2026. In juli is deze opdracht voor 2024 verstrekt. In het eerste kwartaal van 2025 wordt deze opdracht geëvalueerd en in Q2 2025 informeren wij de raad hierover door middel van een raadsinformatiebrief. |
6.4 Stimuleren van de deelname van meer inwoners aan het arbeidsproces |
---|
6.4.1 Wij willen een passende uitvoering van de Participatiewet | 2022-2025 | ||
We houden meer rekening met de menselijke maat bij de uitvoering van de Participatiewet, bijvoorbeeld door het aanpakken van hardheden en knelpunten bij de uitvoering van de Participatiewet. Daarbij hebben we tevens aandacht voor de vorm van onze handhaving. | |||
Status | Status | ||
Stand van zaken | Volgens plan | Volgens plan | |
De Participatiewet wordt de komende jaren herzien omdat deze als complex werd ervaren, onvoldoende uitging van vertrouwen en niet in alle opzichten de gestelde doelen bereikt. Het ministerie van SZW stelde een programmaplan op, bestaande uit drie zogenaamde ‘sporen’, waarmee de Participatiewet weer in ‘balans’ wordt gebracht. Deze wetswijziging, die naar verwachting vanaf 1 januari 2025 van kracht gaat, vraagt de nodige aanpassingen in de gemeentelijke uitvoeringspraktijk. Inhoud van het wetsvoorstel Spoor 1: Maatregelen op korte termijn. Als Zevenaar geven we al invulling aan een aantal voorgestelde maatregelen op korte termijn, bijvoorbeeld door de 4 weken zoektermijn voor jongeren alleen te implementeren op het moment dat uit onderzoek blijkt dat een jongere in staat is om zelfstandig werk te zoeken of |
6.4.2 Wij heroverwegen de bezuinigingen in het maatschappelijke veld | 2023-2024 | ||
De effectiviteit van een aantal preventieve voorzieningen in het sociaal domein die de afgelopen jaren zijn wegbezuinigd onderzoeken en herzien we waar nodig. Het gaat hier om een heroverweging van bezuinigingen op sociaal raadsliedenwerk, volwasseneneducatie (Caleidoz) en mantelzorgondersteuning (zie ook 6.3.1). | |||
Status | Status | ||
Stand van zaken | Volgens plan | Volgens plan | |
De afgelopen jaren heeft als onderdeel van een grote taakstelling een aantal bezuinigingen plaatsgevonden op een aantal preventieve voorzieningen in het sociaal domein (onder andere op welzijn en maatschappelijke dienstverlening). Een deel van de voorgenomen bezuinigingen was opgeschort, maar uiteindelijk bij het vaststellen van de begroting voor 2024 alsnog doorgevoerd. Evenwel hebben de preventieve voorzieningen in het sociaal domein een substantiële functie in het kader van uitvoering geven aan de Visie en integrale nota Sociaal domein 2024-2040 die door uw raad is vastgesteld op 24 juni 2024. Bij de verdere uitwerking en concretisering van deze visie (verwacht Q1 2025) wordt verder bepaald hoe de rol van de preventieve voorzieningen dient te worden vormgegeven, inclusief financiële vertaling. |
6.4.3 Wij experimenteren met de regels voor werkzoekenden voor het verkrijgen van een baan en de regels voor vrijwilligerswerk | 2022-2024 | ||
Vrijwilligerswerk kan werkzoekenden helpen bij het vinden van een baan en draagt bij aan het voorkomen van eenzaamheid. We willen soepeler omgaan met de regels voor vrijwilligerswerk voor werkzoekenden. Ook met andere regels voor werkzoekenden willen we experimenteren om de kans op het vinden van een passende baan te vergroten. | |||
Status | Status | ||
Stand van zaken | Volgens plan | Volgens plan | |
In het najaar van 2024 starten wij met een experiment waarbij de klant zelf de beschikking krijgt over diens eigen re-integratietraject. Zij kunnen gebruik maken van alle beschikbare re-integratieinstrumenten uit het LEON om hun eigen traject naar werk uit te zetten. Bij dit experiment gaan we uit van vertrouwen in de inwoner, dat deze het best zelf kan bepalen wat voor hem of haar het beste traject naar werk kan zijn. Met deze werkwijze wordt de intrinsieke motivatie van een inwoner nog eens extra bevorderd. Voor dit experiment is er ruimte voor 15 deelnemers en wordt gefinancierd uit bestaande middelen, welke regulier zouden worden ingezet door de klantmanager. |